Laatst gaf ik een training voor een groep Informatiemanagers. Één van deelnemers introduceerde zich en eindigde trots met de woorden “dus vanuit de I-functie ben ik een verbinder tussen business en ICT”. Blikken van herkenning en bevestiging in de groep, maar gelukkig was er ook één jonge managementtrainee die zich hardop afvroeg wat dat dan eigenlijk betekende. En toen werd het lastig. Wat zeg je dan eigenlijk als je zegt dat je van “de I-functie” bent? En wat is de toegevoegde waarde van iemand die twee werelden verbindt? Waarom praten die niet gewoon met elkaar? Hoe komt dat over bij je gesprekspartner als je je voorstelt als “hoi, ik ben jaap, uw verbinder vanuit de I-functie”? Volgens de trainee zou dat op Tinder geheid een left swipe zijn…
Waar komt dit soort taal vandaan? Na in de afgelopen vijftien jaar meer dan 500 informatiemanagers getraind en gecoached te hebben in onze opleiding Strategisch Informatiemanagement, weet ik inmiddels het antwoord: het komt negen van de tien keer voort uit het negenvlaksmodel. Of nauwkeuriger gezegd (en met respect voor de founding fathers van het model): negen van de tien keer is het een hardnekkige & belemmerende overtuiging van een informatiemanager over de eigen rol en gebaseerd op een verkeerde interpretatie van de “holy grail” in IM-land, het negenvlaksmodel.
Don’t get me wrong, er is niks mis het model en we mogen de bedenkers dankbaar zijn, want het heeft IM als vakgebied op de kaart gezet. Maar : Darwin is ook van toepassing op managementmodellen en ik durf wel te stellen dat model van een best-practice naar een hulpmiddel naar een keiharde hindernis gedevalueerd is. Het model promoot onbedoeld twee hardnekkige overtuigingen die de “modus operandi” van een informatiemanager (en je reputatie cq. carriere!) ernstig kunnen blokkeren.
Misverstand #1 : Een informatiemanager gaat over informatie.
In de opleiding Strategisch Informatiemanagement besteden we veel aandacht aan het leren zien en doorzien van de strategie van de eigen organisatie. Voor veel informatiemanagers is dat nogal wennen. Wat is die strategie eigenlijk? En wie gaat daar over en hoe kom ik in gesprek met die persoon? En vervolgens blijken veel strategieën vage vergezichtjes in de toekomst zijn waar je weinig mee kunt. “Wij hebben geen stip aan de horizon in onze gemeente maar een waas…” hoorde ik laatst een informatiemanager van een gemeente verzuchten. Let’s face it : Informatiemanagement is “a dirty job” en je kunt in mijn ervaring alleen succesvol zijn door verder te gaan dan alleen nadenken over informatievoorziening. Dus beste informatiemanager : niet ophouden bij de constatering dat strategie een verantwoordelijkheid van “de business” is (wat is dat trouwens, “de business”?), maar doorpakken op onzeker terrein. En dan bedoel ik niet dat je ook de stap naar bedrijfsprocessen moet maken, maar nóg verder. Als informatiemanager heb je ook kennis nodig van businessmodellen (ook in het publieke domein), governance, strategische scenario’s, investeringsbeslissingen, ketenontwikkelingen, organisatieverandering, kortom alles wat de directie ook bezighoudt. Niet omdat je op hun stoel gaat zitten, maar omdat de werelden van “business” en “ICT” niet meer van elkaar te scheiden zijn. Vrijwel alle grote transformaties in organisaties en ketens zijn anno 2019 ICT-gedreven. Business-IT alignment is een achterhaald begrip geworden.
Informatiemanagers van de toekomst zitten niet meer in silo van informatie gevangen, maar ontwikkelen zich tot brede gesprekspartner voor hun directies.
Misverstand #2 : Een informatiemanager managet informatie
Als je graag iets wil managen, wordt dan vooral geen informatiemanager. Informatiemanager zijn betekent gedreven zijn om je organisatie succesvoller te maken via slimme ICT-gedreven verbeteringen en innovaties. Maar de eindverantwoordelijkheid voor budgetten, resources en projecten ligt niet bij jou. Je doet je best om de gesprekken te sturen, maar bent afhankelijk van beslissingen van anderen. Informatiemanagers vinden het beïnvloeden van processen, beslissingen en mensen het mooiste ter wereld. “Je bent van alles maar je gaat over niets” zei een oud-collega ooit en die zin raakt de kern van de zaak.
Een begrip dat daarmee samenhangt is ooit geïntroduceerd door David Maister : de “Trusted Advisor” (TA). Het mooie van TA zijn, is dat je het niet over jezelf kunt zeggen. Anderen zien het wel of niet in je, en dat merk je op de wijze waarop anderen je behandelen. Hoe serieus voel je je genomen tijdens een pitch van je informatieplan? Wordt je erbij gehaald om je mening te geven als er moeilijke beslissingen genomen moeten worden? Wordt er ook iets gedaan met jouw mening? Trusted advisor zijn gaat -ondermeer- over durf & lef (denk aan ongevraagd advies), integriteit en doorpakken. Trusted advisors staan hoog op het lijstje recente contactpersonen op de iPhone van de leden van de Raad van Bestuur.
Één van de bijzondere eigenschappen van een trusted advisor is dat hij/zij zich niet richt op de inhoud van het onderwerp (bijvoorbeeld een business case waarover besloten moet worden), maar veel meer op hoe zijn gesprekspartner zich verhoudt tot dat onderwerp (bijv. “wat maakt dat de stuurgroep moeite heeft om een beslissing te nemen over deze business case?”). Trusted advisors hebben als belangrijkste drijfveer het probleemoplossend vermogen van hun cliënten (een directie, een management team, etc.) te vergroten.
Je redt het niet meer als informatiemanager vanwege je inhoudelijke expertise. Het ontwikkelen van trusted advisor competenties is veel belangrijker voor de informatiemanager van de toekomst.
Meer weten? Neem gerust contact op over onze leergang Strategisch Informatiemanagement.
#trustedadvisor #informatiemanagement